Gebruiksaanwijzing voor de module voor cashflow-analyse

0/ Inleiding

De cashflow-analyse is een module die u toelaat de mogelijkheden van een bedrijf te analyseren om :

  • om haar commerciële cycli en haar behoefte aan financiële middelen te beheren;
  • om de evolutie van haar liquiditeiten te analyseren;
  • om haar keuzes van toewijzing van middelen en de gevolgen voor haar liquiditeiten te bepalen;
  • NB: De analyse is grotendeels gebaseerd op vergelijkingen tussen boekjaren. Ze is dus enkel toepasbaar op bedrijven die minstens 2 jaarrekeningen bekendgemaakt hebben en kan bijgevolg enkel voor dergelijke bedrijven aangewend worden.

    Er werden 3 hoofdstukken ontwikkeld :

    1/ ANALYSE VAN OPERATIONELE MIDDELEN

    De analyse steunt enkel op operationele middelen (of exploitatiefondsen) om een evaluatie van de prestatie van de bedrijfsactiviteit zelf mogelijk te maken. Op die manier is het gemakkelijker om twee bedrijven te vergelijken, ongeacht hun hoeveelheid eigen middelen of schulden.

    De analyse steunt op de 3 laatste gepubliceerde boekjaren. Hierdoor kan de prestatie-evolutie van het bedrijf gezien worden en kunnen verschillende bedrijven beter vergeleken worden.

    De voorstelling van dit hoofdstuk hangt af van het type schema van de neergelegde jaarrekeningen van het bedrijf.

    1.1/ De volledige schema’s

    De analyse heeft eerst betrekking op de rotatiecyclus van de operationele middelen.

    Analyse van de operationele middelen

    Rotatiecyclus van de exploitatiemiddelen

    2008Verschill (%)2007Verschill (%)2006

    Gemiddeld aantal dagen van één verkoopscyclus 1380,03134-0,03138
    Behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK) in aantal verkoopsdagen990,1288-0,12101
     
    Aantal rotatiecycli van BBK per jaar3,70-0,104,130,143,62

    Ontwikkeling van de operationele uitgaven

    Jaarlijkse operationele uitgaven (EUR)581.147.073,000,05555.117.539,000,02545.720.453,00
    Operationele uitgaven per werkdag (EUR)2.324.588,290,052.220.470,160,022.182.881,81
    Operationele uitgaven per handelscyclus (EUR)157.244.954,220,17134.543.132,70-0,11150.586.191,16
     
    Operationele middelen / Verkoop (EUR)0,260,110,24-0,150,28
    Operationele middelen / operationele cash flow (EUR)9,020,028,83-1,35-25,31

    1.1.1/ Het begrip dat eerst besproken wordt, is de Gemiddelde duur van de verkoopcyclus in dagen.
    Door het berekenen van de jaarlijkse omloop van de handelsvorderingen èn de voorraden, bekomt men het aantal dagen dat nodig is om een verkoopcyclus te realiseren.
    Het aantal dagen dat op deze manier bekomen wordt, is dus de som van het aantal voorraaddagen en het aantal dagen dat er krediet aan de klanten verleend wordt.

    Hoe groter dit cijfer is, hoe meer liquide middelen dit bedrijf moet vastleggen in een verkoopcyclus, wat ongunstig is.

    1.1.2/ Door het aantal kredietdagen bij de leveranciers (gerelateerd aan de verkopen en niet op de aankopen om coherent te blijven) af te trekken, bekomt men de Behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK) in verkoopdagen.
    Dit begrip geeft het aantal te financieren verkoopsdagen weer, die nodig zijn om een verkoopcyclus in het bedrijf te realiseren.

    Hoe langer de cyclus is, hoe meer middelen deze opslorpt en hoe minder middelen er overblijven voor de rest van het bedrijf.

    1.1.3/ Het Aantal jaarlijkse rotatiecycli van de BBK geeft het aantal commerciële cycli aan die gerealiseerd worden over een heel jaar.
    In principe, hoe meer cycli er zijn, hoe performanter het bedrijf is in zijn verkoopsbeheer en dus in de efficiëntie van de aan de verkoop toegekende middelen.

    De analyse steunt vervolgens op de Evolutie van de operationele uitgaven

    Door de analyse van uitgaven die nodig zijn voor het realiseren van de commerciële activiteit, krijgt men een idee van de hoeveelheid gebruikte middelen om de doelstellingen van het bedrijf te realiseren.

    1.1.4/ De Jaarlijks operationele uitgaven is de totaliteit van de exploitatie-uitgaven van het jaar. Het is een brutogegeven dat vooral interessant is wanneer het over meerdere boekjaren bekeken wordt.

    1.1.5/ De operationele uitgaven per werkdag staan toe om het kredietbedrag, dat een leverancier denkt te kunnen geven aan zijn klant, eenvoudig te vergelijken met de uitgaven die deze laatste iedere werkdag (250 per jaar) doet en laat dus toe het opgelopen risico te berekenen.

    1.1.6/ De operationele uitgaven per handelscyclus zijn gerelateerd aan het aantal dagen dat nodig is om een handelscyclus te voltooien (zie hierboven) en de operationele uitgaven per werkdag. Door het vergelijken van de jaren kunnen we de beheersing van de exploitatiekosten van een onderneming meten, alle dingen gelijk.

    1.1.7/ De operationele middelen/ omzet zijn een indicator van het commerciële rendement van een bedrijf.
    Het meet de opreationele uitgaven die nodig zijn om de omzet te realiseren.
    In principe, hoe kleiner de coëfficiënt, hoe rendabeler het bedrijf is.

    1.1.8/ De Operationele middelen/ operationele cashflow zijn een indicator van het financiële rendement van het bedrijf. Het is een maatstaf voor de geïnvesteerde exploitatie-uitgaven die nodig zijn voor de vorming van de rijkdom van het bedrijf.
    In principe, hoe kleiner de coëfficiënt, hoe rendabeler het bedrijf.

    NB: Een negatieve coëfficiënt betekent dat het bedrijf aan inkomsten verliest op zijn activiteit (situatie van exploitatie-cashdrain).

    1.1.9/ De Verschillen staan toe om al deze waarden in perspectief te stellen en om de evolutie van de prestaties van het bedrijf over de duurtijd te meten.

    De Grafieken helpen u bij het visualiseren van de evolutie van de 3 voorgestelde indicatoren over de 5 voorbije boekjaren.

    1.2/ De verkorte schema’s

    Analyse van de operationele middelen

    Evolutie van de handelscycli

    2008Verschill (%)2007Verschill (%)2006

    Geactiveerde middelen voor de exploitatie1.140.333-0,061.209.4760,29939.749
    Behoefte aan bedrijfskapitaal579.6620,09533.024-0,05561.511
     
    Operationele cash flow144.592-2,47-98.24111,09-8.129
    Maandelijkse operationele cash flow12.049-2,47-8.18711,09-677
     
    Rendabiliteit van de verbruikte middelen0,25-2,35-0,1811,73-0,01
    Maandelijkse rendabiliteit van de verbruikte middelen0,02-2,35-0,0211,73-0,00
     
    Autofinanciering van de behoefte aan bedrijsfkapitaal48,11-1,74-65,11-0,92-828,90

    De analyse is gebaseerd op de Evolutie van de commerciële cycli

    1.2.1/ De Geactiveerde middelen voor de exploitatie drukt de som van de handelsvorderingen en de voorraden uit, of de bruto financiële middelen die gebruikt worden om een verkoopcyclus te realiseren. De vergelijking tussen de boekjaren staat toe om het goede beheer van de nodige middelen in te schatten en/of structuurveranderingen in de commerciële cycli vast te stellen.

    1.2.2/ De Behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK) vermindert de aangewende middelen met de handlesschulden en drukt dus de netto financiële middelen uit die nodig zijn voor het realiseren van een commerciële cyclus.
    Indien alle elementen ongewijzigd blijven, is dit een goede indicator voor het beheer van de financieringscyclus van de omzet. De vergelijking tussen de jaarrekeningen laat toe het beheer van de cycli op te volgen.
    De vergelijking tussen de aangewende middelen (geactiveerde middelen) en de BBK geeft aan hoe het bedrijf zijn commerciële cycli aanstuurt en hoe het de post leveranciers beheert.

    1.2.3/ De Exploitatiecashflow meet het verwerven van rijkdom uit de activiteit van het bedrijf. Het is dus een belangrijke indicator voor het rendement van het bedrijf (exclusief buitengewone en fiscale financiële kosten).
    Een negatieve cashflow (cashdrain) wijst dus op een achteruitgang van de activiteit van het bedrijf, die op lange termijn niet haalbaar is en is een indicator voor ongunstige betalingspositie.

    1.2.4/ De Maandelijkse exploitatiecashflow deelt de exploitatiecashflow door 12. Het doel is om het begrip te herleiden naar een duurtijd die vergelijkbaar is met een klassiek commercieel krediet.

    1.2.5/ De Rendabiliteit van de aangewende middelen vergelijkt de cashflow met de behoefte aan bedrijfskapitaal. Het is dus een goede indicator voor de rendabiliteit van de aangewende middelen binnen de commerciële cyclus. Een ratio hoger dan 1 wijst erop dat het exploitatierendement hoger ligt dan de aangewende middelen, wat een goede liquiditeitsindicator is. Hoe hoger het cijfer, hoe beter.

    1.2.6/ De Maandelijkse rendabiliteit van de aangewende middelen vergelijkt de maandelijkse cashflow met de behoefte aan bedrijfskapitaal. Het doel is om het gegeven te herleiden naar een duurtijd die vergelijkbaar is met een klassiek commercieel krediet. Hoe hoger het cijfer, hoe beter.

    1.2.7/ DeAutofinanciering van de behoefte aan bedrijfskapitaal vergelijkt de maandelijkse cashflow met de BBK en geeft het aantal maanden dat nodig is om de BBK samen te stellen met de cashflow.
    Het is bijgevolg een indicator van de financiële prestatie. Hoe lager hij is, hoe beter.
    De evolutie in de loop van de boekjaren staat toe om de rendabiliteit van de commerciële activiteit door de tijd heen in te schatten.

    1.2.8/ De Verschillen maken het mogelijk om alle waarden in perspectief te plaatsen en de evolutie van de prestatie van het bedrijf door de tijd heen in te schatten.

    De Grafieken helpen u bij het visualiseren van de evolutie van de 3 aanwezige indicatoren over de 5 voorbije boekjaren.

    2/ DE FINANCIERINGSTABEL

    2.1/ Definitie en gebruik

    De financieringstabel stelt een analyse van de stroom aan financiële middelen van het ene jaar naar het andere voor.
    Deze analyse tracht de aard van de stroom te bepalen en ze te hergroeperen in categorieën.
    Deze categorieën hernemen systematisch, en volgens de voorstellingslogica van de jaarrekeningen, alle begrotingsposten die invloed hebben op de financiële middelen.
    De aard van deze stromen is de weerspiegeling van de beheersbeslissingen en de omgevingsinvloeden van het bedrijf.
    De tabel velt geen waardeoordeel over de kwaliteit of de gepastheid van de beheerskeuzes van de firma, maar bepaalt de gevolgen voor de financiële middelen, zowel op het gebied van de bronnen als op het gebied van de aanwendingen.

    2.2/ Voorstelling

    Wij hebben gekozen voor de klassieke voorstelling van de tabel, door er de volgende categorieën in op te nemen :

    2.2.1/ De Schommeling in de operationele thesaurie herneemt de bewegingen van de financiële middelen als gevolg van de financiële activiteit van het bedrijf. Zowel rubrieken van de balans als van de resultatenrekening kunnen aan de oorsprong liggen van de schommelingen in de operationele thesaurie.
    De aard van de besproken bewegingen is dezelfde als deze die bestudeerd wordt in de Analyse van de operationele middelen.

    2.2.2/ De Schommeling van de thesaurie op de vaste activa is het gevolg van de bewegingen die vastgesteld worden op het niveau van de investeringen van het bedrijf. Gezien het gaat over het reconstrueren van alle bewegingen van het jaar, worden de aflossingen van het jaar toegevoegd aan de wijzigingen in de bruto activa.

    2.2.3/ De Schommelingen van de thesaurie op de financiële operaties komen voort uit de bewegingen in de financieringen en de kredieten op lange termijn van het bedrijf.

    2.2.4/ De Schommelingen van de thesaurie en wijzigingen in de eigen vermogen omvat de bewegingen binnen het eigen vermogen. De rubriek houdt dus rekening met het resultaat van het boekjaar en de werkelijke schommelingen van het eigen vermogen (zoals kapitaalsverhogingen of winstverdeling bijvoorbeeld).

    2.2.5/ De Bewegingen op Overlopende rekeningen vullen het overzicht aan met de wijzigingen van deze rubriek, zowel op het actief als op het passief.

    2.3/ Conclusies

    2.3.1/ Rekenkundige conclusie

    Op rekenkundig niveau kan men de nauwkeurigheid van de tabel nakijken door het verschil in thesaurie op het einde van de twee boekjaren te berekenen (volgens de balans) en alle rubrieken uit de financieringstabel toe te voegen.

    2.3.2/ Operationele conclusie

    Uit het bedrag van de thesaurie kan men geen conclusies conclusies te trekken over de kwaliteit van het bedrijfsbeheer.
    De gemaakte keuzes echter, bepalen de manier van financieren en de toewijzing van financiële middelen.
    De tabel staat toe om te zien of het bedrijf winstgevend is, investeert, zijn financiële stromen meester is, enz.…
    Door meerdere boekjaren te vergelijken, ziet men het effect van de genomen beslissingen in de loop van de tijd en kan men dus de kwaliteit van de genomen beslissingen en gemaakte keuzes beoordelen.

    Men zal vaststellen dat overvloedige financiële middelen op zich geen indicator zijn voor het nakomen van de betalingsverplichtingen (dat kan het resultaat zijn van een ingehouden betalingen) noch voor de rendabiliteit (een teveel aan liquiditeiten kent nooit een voordelig rendement).

    2.3.3/ De Grafieken zorgen voor een snelle visualisatie van de aard van de bewegingen.

    3/ DE ANALYSE VAN DE JAARLIJKSE SCHOMMELINGEN VAN DE BEHOEFTE AAN BEDRIJFSKAPITAAL

    3.1/ Werkwijze

    Deze tabel stelt op een originele manier de jaarlijkse evolutie voor van het verbruik van financiële middelen van het bedrijf. Het is dus een variant op de financieringstabel.
    Het doel is om na te gaan of het bedrijf, jaar na jaar, het fundamentele evenwicht respecteert, dat een goede financiering van zijn economische activiteit verzekert.
    Wij vellen geen oordeel over de kwaliteit of de geschiktheid van de investeringen en/of de aangewende financiële middelen.
    Het gekozen standpunt is dat van de liquiditeit en de vlotheid van de betalingen op gemiddelde termijn.
    Een uitgebalanceerde financiering van de activiteiten verzekert voldoende financiële middelen om tegemoet te komen aan alle vervaldata, wat een belangrijke zorg is voor alle kredietverstrekkers, inclusief leveranciers.

    De werkwijze bestaat eerst en vooral uit het systematisch overlopen van alle begrotingsposten van de balans, volgens de voorstellingslogica van de jaarrekeningen.
    Bij iedere etappe uit de analyse berekent men, van jaar tot jaar, de schommelingen in het (positieve of negatieve) verbruik van financiële middelen.
    Men berekent bijgevolg een te financieren saldo.
    Na onderzoek van alle begrotingsposten uit de balans, voegt men het saldo van het resultaat van het boekjaar toe, dat geacht is de financiële middelen te creëren en de financiën uit te balanceren.
    Men beëindigt de analyse door het te financieren saldo tegenover de eigen fondsen te stellen, die immers de laatste bescherming bieden in het geval van een gebrek aan financiële middelen.

    3.2/ Evenwicht op lange termijn

    3.2.1/ De Jaarlijkse investeringen

    Jaarlijkse investeringen

    2008Verschill (EUR)2007Verschill (EUR)2006

    Immateriële vaste activa Aanschaffingen1.389.003647.626221.214
    Immateriële vaste activa Overdrachten06.8000
    Materiële vaste activa Aanschaffingen5.063.2115.194.3862.716.070
    Materiële vaste activa Overdrachten2.400.79021.257.0296.983.255
    Financiële vaste activa Aanschaffingen11.367.87913.862.84536.348.198
    Financiële vaste activa Overdrachten2.245.91212.779.28133.268.819

    Investeringen van het boekjaar13.173.391-14.338.253-966.592

    De eerste stap is het nagaan of het bedrijf netto investeringen (aankopen – overdrachten) gerealiseerd heeft. Iedere investeringen dient gefinancierd te zijn. Om de financiering te onderzoeken, kijkt men welke financiële middelen aangewend zijn, te beginnen bij de mogelijkheden op lange termijn.

    3.2.2/ Interne financiële bronnen

    De eerste mogelijke financieringsbron komt uit het eigen kapitaal.

    Aangewende financieringsbronnen

    Beroep op interne middelen Kapitaal78.058.651078.058.651078.058.651   Uitgiftepremies00000   Subsidies23.155023.155023.155   Voorschotten aan vennoten00000
    Schommeling in het eigen vermogen78.081.806078.081.806078.081.806
    Te financieren open saldo13.173.391-14.338.253-20.966.398

    In functie van de waargenomen bewegingen ontstaat er een positief of negatief saldo. Indien het saldo positief is, heeft er verbruik van financiële middelen plaatsgevonden die nog een financiering moeten vinden. Indien het saldo negatief is, heeft er een positieve bijdrage aan financiële middelen plaatsgevonden en is er dus in dit stadium van de analyse geen sprake van een druk op de financiële middelen.

    3.2.3/ Externe financiële bronnen

    Een andere mogelijkheid voor financiering op lange termijn komt van buiten het bedrijf.

    Beroep op externe middelen
    Schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar00000
    Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar doch hoogstens 5 jaar190.744.000-1.128.280191.872.280-372.000192.244.280
    Schulden met een resterende looptijd van hoogstens één jaar372.0000372.0000372.000

    Schommelingen van de schulden op lange termijn.191.116.000-1.128.280192.244.280-372.000192.616.280

    Open saldo na verrichtingen op lange termijn14.301.671-13.966.253-19.983.678

    Door het ontlenen van financiële middelen op lange termijn kan het bedrijf het geheel of een gedeelte van de investeringen financieren en het evenwicht van het bedrijfskapitaal respecteren.

    Indien er een positief saldo overblijft, kan de financiering op korte termijn de middelen uitputten, waardoor er een risico op liquiditeitsproblemen ontstaat.
    Een negatief saldo echter verbetert de liquiditeit van het bedrijf op korte termijn en beïnvloedt op een positieve manier het bedrijfskapitaal.

    3.3/ Het evenwicht op korte termijn

    De analyse gaat verder door het systematisch overlopen van de balansposten, zowel actief als passief. Een overgangssaldo wordt berekend bij iedere stap, wat toelaat om vast te stellen in welke fase het bedrijf eventueel in een tekort aan financiële middelen terechtkomt.

    De evenwichten op korte termijn

    Toestand na verrichtingen op lange termijn14.301.671-13.966.253-19.983.678

    Schommelingen op financiële schulden140.521-3.914.1994.054.720-16.875.57620.930.296

    Te financieren overgangssaldo18.215.8702.909.3237.106.026

    Voorraden2.829.51284.3872.745.12590.6102.654.515
    Schuldvorderingen240.801.73515.819.140224.982.595-1.991.536226.974.131
    Leveranciers81.670.263-7.821.99489.492.2578.808.27080.683.987
    Voorschotten107.191.25934.583.39272.607.8672.589.62470.018.243
    Schuldvorderingen op meer dan één jaar00000

    Schommelingen in de handelscyclus54.769.725-10.857.87165.627.596-13.298.82078.926.416

    Te financieren overgangssaldo7.357.999-10.389.497-23.754.558

    Schommelingen in de vorderingen op de beheerders00000

    Te financieren overgangssaldo7.357.999-10.389.497-23.754.558

    Schommelingen in de fiscale schulden7.132.4462.872.8844.259.562-1.459.2695.718.831

    Te financieren overgangssaldo4.485.115-8.930.228-23.456.389

    Schommelingen in de sociale schulden36.098.1453.868.98532.229.160-34.62232.263.782

    Te financieren overgangssaldo616.130-8.895.606-21.467.171

    Schommelingen in de overige schulden35.336.89428.735.2766.601.6183.679.6862.921.932

    Te financieren overgangssaldo-28.119.146-12.575.292-19.811.103

    Schommelingen in de geldbeleggingen67.546.66233.639.77533.906.88731.006.9712.899.916

    Te financieren overgangssaldo5.520.62918.431.679-16.911.187

    Schommelingen in de liquide middelen2.042.298-616.2572.658.555726.5841.931.971
     

    Totaal te financieren open saldo4.904.37219.158.263-17.699.216

    Het totaal te financieren saldo is het resultaat van het tegenover elkaar plaatsen van alle begrotingsposten uit de balans op korte en op lange termijn. Het is dus de bepaling van de behoefte aan financiële middelen bij het afsluiten van het boekjaar over een volledige inventaris van het bedrijf.

    3.4/ De Jaarlijkse schommeling van het globale evenwicht

    Het door de inventaris verkregen saldo is echter onvoldoende.
    Men moet werkelijk zien of de gerealiseerde winst van het boekjaar het gewenste evenwicht tot stand brengt.

    Om dit te doen, berekent men de beschikbare cashflow en voegt men deze aan het verkregen te financiere saldo toe.

    Jaarlijkse schommeligen van de globale evenwichten

    Totaal open saldo na jaaractiviteit4.904.37219.158.263-17.699.216

    Winst / Verlies van het boekjaar25.956.97111.199.711-4.506.142
    Afschrijvingen3.706.0806.524.75113.748.027

    Gerealiseerde financiële middelen: Netto cash flow van het boekjaar29.663.05117.724.4629.241.885

    Prioritaire aanwending: terugbetaling van de schulden op meer dan één jaar372.000372.000576.000
     
    Beschikbare cash flow van het boekjaar29.291.05117.352.4628.665.885

    Te financieren finale open saldo-24.386.6791.805.801-26.365.101

      Waarvan vervallen schulden ten aanzien van het belastingbestuur000
      Waarvan vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor sociale Zekerheid000

    Te vergelijken met het eigen vermogen99.849.90298.221.03689.194.901

    Indien het saldo negatief is, is de liquiditeit van het bedrijf verbeterd.
    Indien het saldo positief is, blijft er een financieringstekort bestaan dat kan leiden tot financiële spanningen.

    Om de analyse te beëindigen, vergelijkt men het saldo met het eigen vermogen, dat de ultieme reserve vertegenwoordigt in geval van een positief saldo.
    Indien het eigen vermogen kleiner is dan het te financieren saldo, loopt het bedrijf een groot risico om snel zijn financiële middelen te moeten versterken onder druk van financiële spanningen.

    4/ De Capaciteit om zijn toekomstige verbintenissen op lange termijn te kunnen terugbetalen

    Tot nu toe had de analyse betrekking op het verleden van het bedrijf.
    Om er een laatste hand aan te leggen, stellen wij 2 ratio's voor die een perspectief op gemiddelde termijn geven over de liquiditeit van het bedrijf.

    4.1/ Het vermogen om terug te betalen binnen de vooropgestelde datum

    Terugbetalingscapaciteit van de schulden op meer dan één jaar

    Schulden op meer dan één jaar die vervallen in N+1372.000372.000372.000
    Netto cash flow van het boekjaar29.663.05117.724.4629.241.885

    Netto capaciteit om de toekomstige schulden terug te betalen29.291.05117.352.4628.869.885

    Deze ratio vergelijkt de gerealiseerde winst het boekjaar met de aflossingen van de leningen in het volgende jaar. Het staat dus toe het terugbetalingsvermogen in te schatten.
    Indien het saldo negatief is, betekent dit dat de rendabiliteit van het bedrijf, in principe onvoldoende is voor het verzekeren van zijn terugbetalingen.
    Er zijn slechts 3 scenario’s mogelijk:

  • Ofwel verbetert de rendabiliteit om er te geraken ;
  • Ofwel moet men compenseren door bewegingen van financiële middelen en/of heropnames (bijkomstige leningen, overdrachten van activa, verhogen van eigen fondsen,…);
  • Of het niet-naleven van de vervaldata…
  • 4.2/ De Free cashflow

    Winst / Verlies van het boekjaar25.956.97111.199.711-4.506.142
    Afschrijvingen3.706.0806.524.75113.748.027
    Schommelingen in de behoefte aan bedrijfskapitaal23.725.521-10.709.196-24.808.341
    Schommelingen in de investeringen12.238.524-10.081.8945.481.259

    Free cash flow-6.300.99438.515.55228.568.967

    Deze ratio bepaalt in welke mate de gerealiseerde winst van het boekjaar volstaat, om de wijzigingen in de behoefte aan financiële middelen op korte en lange termijn van het boekjaar zelf , te financieren.
    Indien het resultaat positief is, mag men oordelen dat er een wezenlijk winstoverschot is en kan men dit eventueel ter beschikking van de aandeelhouders stellen (door het toekennen van een dividend bijvoorbeeld).
    Het is echter van belang om dit begrip in perspectief over meerdere jaren te zien, om werkelijk een oordeel te kunnen vellen over winstoverschotten.

    5/ De verborgen risico’s van het bedrijf

    Onderliggende risico's van de ondernemingen

    2008Verschill (EUR)2007Verschill (EUR)2006

    Waarborgen toegestaan in het voordeel van bestuurders, zaakvoeders of andere personen die de onderneming controleren00000
    Andere betekenisvolle verplichtingen in het voordeel van bestuurders,zaakvoeders e.a. die de onderneming controleren00000
    Persoonlijke zekerheden door de ondern.gesteld of onherroep. beloofd als waarborg voor schuld. of verplicht. van derden371.8400371.8400371.840
    Hypotheken:boekwaarde van de bezwaarde activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden00000
    Hypotheken: bedrag van de inschrijving als waarborg voor schulden en verplichtingen van de onderneming00000
    Pand op het handelsfonds: bedrag van de inschrijving als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden00000
    Pand op andere activa:boekwaarde van de in pand gegeven activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden00000
    Zekerheden op nog te verwerven activa:bedrag van de activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden00000

    In aanvulling op de analyse, somt deze tabel de eventuele garanties en waarborgen op die het bedrijf heeft toegekend aan derden en die terug te vinden zijn in de bijlagen van de jaarrekening.

    Immers, de onderneming heeft het beroep door derden op deze garanties niet zelf in de hand en bijgevolg vormen ze een belangrijk verborgen risico.

    6/ Conclusie

    Aangezien er geen oordeel rust op de juistheid van de door het beheer van de firma gemaakte keuzes, besluiten we de analyse niet met een rating.

    We kunnen echter de gevolgen inschatten van de gemaakte keuzes in verband met de financiële middelen en eventuele dreigingen zien aankomen.

    De conclusie omvat 3 niveaus, wat deze analyse autonoom maakt.

    Deze analyse wordt krachtiger door een conclusie op het gebied van Eigen Vermogen, van thesaurie en van Evenwicht. Men schetst een portret van het bedrijf op 3 niveaus van haar vermogen om aan de verplichtingen in de toekomst tegemoet te komen.

    Het Eigen Vermogen wordt vergeleken met het onderschreven kapitaal. Indien de maatschappij minder Eigen Vermogen heeft dan het vereiste minimum, worden de verplichtingen van de alarmprocedure (stemming over de continuïteit van de activiteit) ingeroepen.

    Voor wat betreft Thesaurie vergelijkt men de cashflow van het boekjaar met de terugbetalingsverplichtingen van de schulden op lange termijn, die volgend jaar betaalbaar zijn. Het is uiterst belangrijk voor een bedrijf om het vermogen om zijn leningen te kunnen terugbetalen aan te tonen, om zijn verschillende schuldeisers gerust te stellen.

    De evenwichten hernemen de verschillende conclusies die overgenomen worden in ieder stadium van de module (evenwicht op korte termijn, evenwicht op lange termijn en eind-evenwicht). Hierdoor kan men de risico’s voor de financiële middelen van het bedrijf samenvatten. De evolutie van de leveranciersposten sluit het hoofdstuk af om na te gaan of de evolutie van de positie van de financiële middelen niet in hun nadeel is.